Is payrolling voor u nog interessant na 1 januari 2020?

Suzy Buijzen

Senior jurist

6 aug. `19

De nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) zal per 1 januari 2020 in werking treden. Een onderdeel van deze wet betreft een aantal wijzigingen met betrekking tot payrolling. De verwachting is dat payrolling door deze wijzigingen aanmerkelijk duurder zal gaan worden. Ook verdwijnen er een aantal andere voordelen van payrolling.

Gelijke arbeidsvoorwaarden

Werknemers die op basis van payrolling werkzaam zijn moeten vanaf 1 januari a.s. minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden krijgen als werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever.

Dit gaat om individuele en collectieve arbeidsvoorwaarden, maar ook om alle primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Het gaat zelfs om voorwaarden zoals een sociaal plan of een werk-naar-werktraject!

Om dit goed uit te kunnen voeren, worden opdrachtgevers die mensen op basis van payrolling aan het werk hebben, verplicht om alle arbeidsvoorwaarden die binnen hun bedrijf gelden, voordat de payrollmedewerker start, te melden aan het payrollbedrijf.

Adequate pensioenopbouw

De pensioenregeling van payrollwerknemers wordt meer gelijkgetrokken met die van werknemers die rechtstreeks in dienst zijn van de opdrachtgever. Ze krijgen recht op een adequaat pensioen. De payrollsector krijgt de mogelijkheid hiervoor een eigen regeling te treffen en voor de uitvoering daarvan een eigen uitvoerder te vinden. Payrollbedrijven die niet deelnemen aan deze collectieve regeling, dienen een eigen regeling te treffen om te zorgen dat zij voldoen aan de norm dat voor hun werknemers een adequate pensioenregeling geldt.

Deze verplichting geldt niet als de opdrachtgever voor soortgelijke werknemers geen pensioenregeling heeft getroffen en de sector van het beroeps- of bedrijfsleven waar deze werkzaam is geen beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling kent.

Niet langer toepassen uitzendbepalingen

Payrollbedrijven mogen niet langer de verlengde ketenregeling toepassen. In een cao mag dus niet meer worden afgesproken dat er zes arbeidsovereenkomsten in vier jaar mogen worden gegeven, alvorens er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.
De loondoorbetalingsverplichting kan de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst alleen nog maar worden uitgesloten als dat gebruikelijk is bij het bedrijf waar de werknemer ter beschikking is gesteld.
Er mag na 1 januari 2020 geen gebruik meer worden gemaakt van het uitzendbeding. Dit heeft o.a. tot gevolg dat een arbeidsovereenkomst niet zo maar kan worden opgezegd gedurende de eerste 26 weken.