Coronavirus: NOW 3 gepubliceerd - Van Oers Accountancy & Advies

David van Nassau

Manager juridisch advies

21 okt. `20

Eind augustus 2020 is bekend geworden dat de NOW-regeling voor de derde maal wordt verlengd, vanaf 1 oktober 2020 tot en met juni 2021. In de brief van 30 september 2020 heeft Minister Koolmees de Tweede Kamer geïnformeerd over de nadere voorwaarden van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud 3 (NOW 3). De uitgewerkte regeling is onlangs gepubliceerd.

De belangrijkste voorwaarden

Wij zetten de belangrijkste voorwaarden van NOW 3 voor u op een rij.

De NOW is per 1 oktober 2020 verlengd met 9 maanden, dus tot en met eind juni 2021. De regeling geldt voor 3 tijdvakken van 3 maanden. Tijdvak 1 bestaat uit de maanden oktober, november en december van 2020. Tijdvak 2 bestaat uit de maanden januari, februari en maart van 2021. Tijdvak 3 bestaat uit de maanden april, mei en juni van 2021. Een werkgever kan voor elk tijdvak afzonderlijk aanvraag doen. Het is niet vereist dat eerder een beroep is gedaan op NOW 1 of 2.
De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de omzetdaling. De subsidie bedroeg in de NOW 1 en 2 maximaal 90% van de loonsom. Anders dan NOW 1 en NOW 2 bedraagt de maximale hoogte van de tegemoetkoming 80% van de totale loonsom in tijdvak 1, respectievelijk 70% en 60% in de tijdvakken 2 en 3. Net als in de NOW 1 en 2 ontvangt de werkgever een voorschot op de subsidie van 80%.
Een werkgever mag de loonsom geleidelijk laten dalen tot een bepaald percentage zónder dat dit ten koste gaat van de subsidie. De werkgever kan de loonsom sanctieloos met maximaal 10% laten dalen in tijdvak 1, met maximaal 15% in tijdvak 2 en met maximaal 20% in tijdvak 3. Voor elke euro waarmee de loonsom teveel gedaald is ontvangt de werkgever resp. 80, 70 of 60 cent minder subsidie.
In tijdvak 3 wordt de tegemoetkoming gemaximeerd op eenmaal het maximum dagloon (momenteel € 4.845,- per maand), in plaats van tweemaal het maximum dagloon (momenteel € 9.691,- per maand) welke geldt voor tijdvakken 1 en 2.
De forfaitaire opslag van 40% voor werkgeverslasten zoals vakantiegeld en pensioenpremies blijft in stand.
In de NOW 1 en 2 was een omzetdaling van 20% vereist om in aanmerking te komen voor subsidie. Voor tijdvak 1 is nog steeds een omzetverlies van ten minste 20% vereist. Voor tijdvak 2 en 3 is echter een omzetverlies van tenminste 30% vereist. De wijze van berekenen van de omzetdaling blijft gelijk aan NOW 1 en NOW 2. Indien een werkgever reeds beroep heeft gedaan op de NOW 2, moet de gekozen periode aansluiten op de vorige gekozen periode.
De referentiemaand voor het bepalen van de loonsom is juni 2020. Deze referentiemaand geldt voor alle tijdvakken van NOW 3.
Vervolgens vervalt de 5% korting in geval van collectief bedrijfseconomisch ontslag (20 of meer werknemers als bedoeld in de Wet Melding Collectief Ontslag).
Echter, er zal een inspanningsverplichting voor de werkgever gaan gelden om werknemers die afvloeien naar nieuw werk te begeleiden. De werkgever is verplicht om contact met UWV op te nemen over deze begeleiding via de UWV telefoon NOW als hij gedurende dat tijdvak voor zijn werknemers een bedrijfseconomisch ontslag bij UWV indient. Bij gebreke hiervan, zal de subsidie met 5% worden gekort.
Het verbod op het uitkeren van dividend of bonussen en het inkopen van eigen aandelen blijft gelden, ook voor 2021.
NOW 3 kan voor tijdvak 1 vanaf 16 november tot 13 december 2020 op de UWV-website worden aangevraagd. Voor tijdvakken 2 en 3 kan de regeling naar verwachting vanaf 15 februari tot 20 maart 2021 respectievelijk 17 mei tot 13 juni 2021 worden aangevraagd.
De vaststelling van de subsidie voor alle tijdvakken van NOW 3 kan pas vanaf 1 september 2021 worden aangevraagd. Ieder tijdvak behoeft wél een aparte aanvraag om vaststelling.