Een werkgever kan toestemming vragen voor opzegging van de arbeidsovereenkomst bij het UWV, of ontbinding vragen van de arbeidsovereenkomst bij de rechter als daar een redelijke grond voor is. Een redelijke grond voor ontslag kan zijn bedrijfseconomische omstandigheden die leiden tot het vervallen van arbeidsplaatsen. Bedrijfseconomische omstandigheden kunnen bijvoorbeeld bestaan uit werkvermindering en/of een slechte of slechter wordende financiële situatie al dan niet als gevolg van het coronavirus.
Een werkgever kan echter ook proberen om met werknemers afspraken te maken over een beëindiging van hun dienstverband met wederzijds goedvinden. Dergelijke afspraken moeten dan worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst of beëindigingsovereenkomst.
Ontslagvergunning
Lukt het niet om met een werknemer afspraken te maken, dan zal de werkgever, wanneer er sprake is van bedrijfseconomische omstandigheden, bij het UWV een ontslagvergunning aan moeten vragen. Uiteraard gelden hierbij de normaal geldende regels, zoals het afspiegelingsbeginsel. De werkgever moet kunnen aantonen dat sprake is van werkvermindering en/of een slechte of verslechterende financiële situatie en dat de prognose is dat binnen een periode van 26 weken geen herstel van de situatie zal optreden.
Toestemming UWV
Als de werkgever aan alle criteria heeft voldaan, dan geeft het UWV aan de werkgever toestemming om de voorgedragen werknemer(s) te ontslaan. De werkgever zal dan nog wel de opzegtermijn in acht moeten nemen. Van de opzegtermijn mag de proceduretermijn die vermeld staat op de ontslagbeschikking, worden afgetrokken. Wel geldt dat er minimaal één maand opzegtermijn moet overblijven. Opzegging vindt, tenzij anders is overeengekomen, plaats tegen het einde van de maand.
Let op:
De overheid stelt vanaf 6 april 2020 de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (NOW) open. De overheid heeft hierbij de voorwaarde gesteld dat van de werkgever wordt verwacht dat hij in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 bij UWV geen ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indient .
Wanneer de werkgever deze verplichting niet nakomt en toch een ontslagvergunning aanvraagt, wordt het loon van deze werknemer vermeerderd met een boete van 50% in mindering gebracht op de totale loonsom waarop de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd. Het maakt in dat geval niet uit of de vergunning al dan niet wordt toegekend.
In verband met de gevolgen voor de hoogte van de subsidie krijgt de werkgever die een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen heeft gedaan in de periode van 18 maart tot en met het tijdstip van inwerkingtreding (6 april 2020) van deze regeling de gelegenheid om de ontslagaanvraag binnen vijf werkdagen na inwerkingtreding van deze regeling (uiterlijk op 10 april 2020) in te trekken.
Ontslag met wederzijds goedvinden
Een werknemer kan met een werknemer afspreken om de arbeidsovereenkomst te beëindigen met wederzijds goedvinden. Er vindt dan geen ontslagprocedure plaats, maar de werkgever maakt samen met de werknemer afspraken over het ontslag. Deze afspraken worden vervolgens vastgelegd in een beëindigingsovereenkomst; ook wel vaststellingsovereenkomst genoemd. Ook bij deze manier van beëindigen is het mogelijk dat de werknemer een WW-uitkering krijgt.
Let op:
Deze wijze van ontslag wordt niet belast met de boete van 50% die wordt opgelegd als de werkgever een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen bij UWV doet, ook niet als de reden voor de beëindiging bedrijfseconomisch van aard is! Als de arbeidsovereenkomst voor 1 juni 2020 eindigt dan heeft dit natuurlijk wel gevolgen voor de loonsom vanaf 1 maart tot en met 31 mei 2020 waarover de subsidie berekend wordt. Die zal daardoor namelijk lager uitvallen.