Feiten en omstandigheden
Een notariskantoor verleent uiteenlopende notariële diensten. Voor deze activiteiten maakt zij gebruik van een derdengeldrekening. Op deze derdengeldrekening staan tegoeden die cliënten en derden toevertrouwd hebben aan het notariskantoor, maar die niet toebehoren tot het notariskantoor zelf. Op deze rekening stonden met regelmaat zeer grote bedragen waarop rente is vergoed. Het notariskantoor heeft bij het bepalen van haar btw-aftrekrecht op de algemene kosten geen rekening gehouden met de ontvangen rente op de derdengeldrekening. De inspecteur van de Belastingdienst is van mening dat de ontvangen rente aangemerkt moet worden als vrijgestelde omzet waardoor de btw op de algemene kosten slechts gedeeltelijk (‘pro rata’) aftrekbaar is.
Rente verlengstuk van hoofdactiviteit?
Het notariskantoor neemt in hoger beroep het standpunt in dat de rente niet het rechtstreekse, duurzame en noodzakelijke verlengstuk is van haar hoofdactiviteit. Hof Amsterdam oordeelt in aanvulling op de Rechtbank en met verwijzing naar het arrest van het HvJ ‘Régie Dauphinoise’ (HvJ 11-07-1996, C-306-94) dat sprake is van een nauwe samenhang tussen de diensten als notaris en de door haar op de derdengeldrekening ontvangen rente. De tegoeden waarover de rente wordt genoten zijn namelijk afkomstig van klanten voor wie de notaris het transport van onroerende zaken regelt. Het gebruik van een derdengeldrekening is in die gevallen ook wettelijk verplicht en aan strikte regels gebonden. De rente vormt volgens het Hof dus wel het rechtstreekse, duurzame en noodzakelijke verlengstuk van de hoofdactiviteit.
Bijkomstige financiële handeling?
Daarnaast neemt het notariskantoor in hoger beroep het standpunt in dat (als de rente een verlengstuk van de hoofdactiviteit is) het aanhouden van een derdengeldrekening een ‘bijkomstige financiële handeling’ is. De rente bedraagt slechts 10% van de totale omzet en het aanhouden van de derdengeldrekening vergt niet of nauwelijks gebruik van goederen of diensten. Het Hof oordeelt in lijn met de Rechtbank dat als sprake is van zogenaamde verlengstukinkomsten, nooit sprake kan zijn van bijkomstige financiële handelingen.
Relevantie in de praktijk
Notariskantoren zijn wettelijk verplicht om een derdengeldrekening aan te houden. De renteopbrengsten die hier uit voortvloeien moeten worden aangemerkt als btw-vrijgestelde omzet. Als gevolg hiervan is de btw op algemene kosten slechts gedeeltelijk (‘pro rata’) aftrekbaar. Of over deze kwestie nog verder geprocedeerd gaat worden is afhankelijk van de vraag of het notariskantoor cassatie instelt. Hoe dan ook is dit voor notariskantoren, gezien het oordeel van de Rechtbank en het Hof, iets om rekening mee te houden. Zeker in de huidige tijd waarin de rentepercentages aanzienlijk hoger liggen dan enkele jaren geleden.
Meer informatie?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze btw-adviesgroep. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: btwadviesgroep@vanoers.nl.
Algemeen - Contact
Neem contact op met Van Oers
Vul hier uw gegevens in en wij nemen binnen 2 werkdagen contact met u op!