Onderhandelingsakkoord cao Beroepsgoederenvervoer 

Belangrijkste afspraken

• Loonsverhoging. Per 1 januari 2026 stijgen de lonen en bruto toeslagen met 4%.
• Verlenging zwaarwerkregeling (RVU). De regeling voor vervroegd uittreden bij zwaar werk (RVU) wordt verlengd tot 31 december 2030.
• Minimum bepalingen. Er worden enkele minimumbepalingen opgenomen in de cao. Werkgevers mogen voor sommige arbeidsvoorwaarden meer bieden dan de cao-afspraken, maar nooit minder. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
  – De ploegentoeslag krijgt een minimum-maximum karakter met een bandbreedte waarbinnen de werkgever het percentage kan vaststellen.
  – De stagevergoeding wordt verhoogd naar minimaal € 300,-, maar mag door de werkgever ook hoger vastgesteld worden.
  – De consignatievergoeding krijgt een minimumkarakter.
• Parkeerkosten op bewaakte parkings. Deze dienen door de werkgever vergoed te worden.
• Laadtijd van elektrische vrachtwagens. Deze tijd wordt werktijd, mits de pauze volledig is genoten.
• Meer zeggenschap over arbeidstijden. Werkgevers moeten zich inspannen voor beperking van wisselende begintijden en invoering van wekelijkse venstertijden.
• Waarde vakantiedag. Deze wordt in lijn gebracht met jurisprudentie. Dit houdt in dat hetgeen wat bepaald is in artikel 67a lid 10 van de cao voortaan niet alleen van toepassing is voor de 20 wettelijke vakantiedagen en 2 bovenwettelijk vakantiedagen, maar voor alle wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen.

Aanleiding van de wijziging

Tot nu toe werden meeruren (uren boven de contracturen, maar binnen de 40 uur per week) tegen het reguliere uurloon uitbetaald. Over overuren ontvangen werknemers een toeslag conform de cao-afspraken. Met het nieuwe onderhandelingsakkoord is afgesproken dat meeruren voortaan op dezelfde manier beloond moeten worden als overuren. Het uitgangspunt wordt dat overuren de uren zijn, liggend op maandag tot en met vrijdag, boven de individueel overeengekomen arbeidstijd per week.

De aanleiding hiervoor ligt bij een uitspraak van het Europees Hof van Justitie, waarin werd bepaald dat het verschil in beloning tussen meeruren en overuren indirect discriminerend is voor deeltijdwerknemers. Daarnaast sluit deze wijziging aan bij de huidige trend naar eerlijke arbeidsvoorwaarden.

Financiële impact voor werknemers

Deze wijziging heeft financieel gezien impact voor zowel werkgevers als werknemers. Werknemers krijgen een hogere vergoeding voor extra inzet. Deze wijziging heeft dus financiële voordelen voor werknemers, wat hun motivatie en tevredenheid kan vergroten. Daar tegenover staat wel dat over meeruren vakantiedagen werden opgebouwd, maar over overuren niet. Dit compenseert dus gedeeltelijk de extra lasten voor de werkgever.

Financiële impact voor werkgevers

Werkgevers betalen straks niet alleen het basisloon, maar ook de overurentoeslag voor alle meeruren. Als de werkgever deeltijdwerknemers in dienst heeft, zal dit zorgen voor een stijging van de personeelskosten. Het is dus verstandig om de begroting van de verwachte personeelskosten te herzien. Daarnaast zullen contracten en interne systemen moeten worden herzien (en waar nodig worden aangepast) om deze nieuwe beloningsstructuur correct toe te passen en claims te voorkomen.

Effect op de sector

Deze wijziging maakt de sector aantrekkelijker voor nieuwe instroom, maar zet werkgevers onder druk om hun kosten en flexibiliteit opnieuw te bekijken.

Meer informatie

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust contact op met onze specialisten. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: info@vanoers.nl.

Neem contact op