Uitzondering Wmebv voor Belastingdienst en Douane
Om te voorkomen dat de Belastingdienst en de Douane (tijdelijk) handelen in strijd met de gemoderniseerde afdeling 2.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), worden zij uitgezonderd van de toepassing van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv). De Wmebv regelt dat burgers en bedrijven het recht krijgen om elektronisch berichten aan bestuursorganen te sturen en dat de papieren weg naast de digitale weg blijft bestaan. Omdat de Belastingdienst en de Douane dit nog niet volledig kunnen uitvoeren, geldt een tijdelijke uitzondering tot 1 januari 2030. Voor de Douane geldt deels een permanente uitzondering vanwege strijd met EU-recht.
Tip! Houd bij bezwaar- en aangifteprocedures rekening met afwijkende regels voor elektronisch berichtenverkeer richting de Belastingdienst en de Douane.Â
Aanpassing Wet minimumbelasting 2024
De Wet minimumbelasting 2024 (WMB 2024) zorgt ervoor dat multinationals met een omzet van minimaal €750 miljoen ten minste effectief 15% belasting over hun winst betalen. Deze wet is een implementatie van een Europese richtlijn die is gebaseerd op modelregels van de OESO. Met dit wetsvoorstel worden verschillende niet-bindende administratieve richtsnoeren van de OESO in de Nederlandse regelgeving opgenomen. Daarnaast worden er diverse technische wijzigingen voorgesteld. Deze aanpassing heeft deels terugwerkende kracht tot boekjaren die aanvangen op of na 31 december 2023.
Let op! Controleer of de codificatie met terugwerkende kracht van OESO-richtsnoeren en technische wijzigingen impact hebben op belastingplichtigen voor de WMB 2024.
Implementatie DAC9
Met dit wetsvoorstel wordt de 8e wijziging van de informatie-uitwisselingsrichtlijn (DAC9) geïmplementeerd in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij heffing van belastingen (WIB). DAC9 regelt de informatie-uitwisseling voor de uitvoering van de WMB 2024, op grond waarvan multinationals met een omzet van minimaal €750 miljoen altijd ten minste effectief 15% belasting over hun winst betalen. Met deze aanpassing van de WIB kan Nederland de WMB-aangifte internationaal delen met andere lidstaten. Hiermee hoeven ondernemingen nog slechts in één land aangifte te doen.
Let op! In de WMB 2024 wordt ook een meldingsplicht voor de indienende entiteit toegevoegd.
Invoering CBAM in Nederland
Met dit wetsvoorstel worden de bepalingen uit de CBAM-verordening, een mechanisme voor koolstofcorrectie(heffing) aan de grens, verder uitgewerkt. De EU-verordening zelf heeft daarnaast ook nog directe werking. De minister van Financiën wordt aangewezen voor de verkoop en terugkoop van CBAM-certificaten. De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) wordt bevoegd om sancties op te leggen bij overtredingen, zoals het niet of onvoldoende inleveren van certificaten. Er komt tevens een wettelijke basis voor het delen van gegevens door de NEa met derden.Â
Let op! Ondernemers die CBAM-goederen invoeren moeten uiterlijk vanaf 2026 toegelaten CBAM-aangever zijn.
Aanpassing minimumkapitaalregel in de vennootschapsbelasting
De minimumkapitaalregel (MKR) beperkt de aftrek van rente voor banken en verzekeraars. Per 2024 is de MKR versoepeld door rente van andere groepslichamen onder voorwaarden niet mee te nemen in de berekening voor de beperking. Per abuis bleek deze versoepeling ook van toepassing te zijn op geldleningen aan natuurlijke personen (waar banken vaak geld ophalen). Met deze aanpassing wordt de eerdere versoepeling deels teruggedraaid en worden deze geldleningen weer relevant voor de MKR. Dit past bij het doel van de MKR om de fiscale prikkel tot financiering met vreemd vermogen te beperken.
Let op! Controleer of leningen aan natuurlijke personen weer worden meegenomen bij de berekening van de MKR.
Inzagerecht fiscale dossiers
Belasting- en inhoudingsplichtigen krijgen voortaan actief inzagerecht in hun fiscale dossier. Uiterlijk bij de bekendmaking van een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking worden alle op de zaak betrekking hebbende stukken digitaal beschikbaar gesteld via een portaal. Het inzagerecht wordt stapsgewijs per belasting ingevoerd. Via een tijdelijke regeling kan de inspecteur stukken al beschikbaar stellen voordat het inzagerecht voor een belasting geldt. Voor decentrale (bijvoorbeeld gemeentelijke) belastingen geldt het inzagerecht niet.
Tip! Gebruik de inzagemogelijkheid, dit kan ook helpen bij bezwaarprocedures.
Eerder ingediende wetgeving, o.a.:
- Het uitstel van betaling bij omzetting van een onderneming in een BV of NV door een buitenlands belastingplichtige wordt wettelijk vastgelegd. Zo kan ook bij verdragstoepassing het geconserveerde bedrag onder voorwaarden naar box 2 worden doorgeschoven zonder directe belastingheffing. Gedurende het uitstel geldt geen invorderingsrente.
- De regels rond lijfrente-uitkeringen worden aangepast. Niet langer kwalificerende lijfrentes blijven belast, tenzij eerder negatieve uitgaven zijn afgetrokken. Ook zijn er technische verduidelijkingen rond vormen, uitkeringsmomenten en partnerovergang.
- De maximale premiegrondslag voor lijfrentepremies in de inkomstenbelasting blijft in 2026 ongewijzigd op €137.800, net als de aftoppingsgrens voor het pensioengevend loon; wederom geen indexatie.
- Bij het ter beschikking stellen van een eigen woning aan naasten wordt een aanscherping doorgevoerd: (klein)kinderen en voormalige huisgenoten tellen niet als derde bij gebruik om niet.
- De samenloopregeling tussen werkkostenregeling en de aftrekbeperking voor gemengde kosten in de vennootschapsbelasting wordt technisch verduidelijkt.
- In de vennootschapsbelasting wordt bezwaar tegen beschikkingen voor verliesverrekening en herwaardering voortaan beperkt tot het nog niet vastgestelde bedrag.
- Het tarief overdrachtsbelasting op woningen die niet als hoofdverblijf gelden (bijvoorbeeld belegging) daalt per 2026 van 10,4% naar 8%. Het tarief van 2% voor de eigen woning blijft, net als 10,4% voor niet-woningen.
- De aansprakelijkheid van inleners bij arbeidskrachten wordt verduidelijkt: forfaitair 35% van de factuur, verminderd met G-rekeningbetalingen. Een registratie in het WAADI-register geldt als vermoeden van uitlenen.
- Voor aanbieders van cryptoactivadiensten geldt vanaf 1 januari 2026 een rapportageplicht. Zij moeten cliënt- en transactiegegevens melden bij de Belastingdienst (‘DAC8’).
- Per 2026 wordt de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) op meerdere punten aangepast. De bezits- en voortzettingseisen worden versoepeld: zo start bij herstructureringen geen nieuwe bezitstermijn als de economische gerechtigdheid niet wijzigt, en kan de voortzettingseis bij bepaalde gebeurtenissen als vervuld gelden. Tegelijk komt een wettelijke definitie van preferente aandelen, waarbij alleen in het kader van bedrijfsopvolging uitgegeven preferente aandelen volledig kwalificeren. Verder worden rollatorinvesteringen beperkt door een verlengde bezitstermijn bij ondernemingen gestart na de AOW-leeftijd plus twee jaar, wordt de bedrijfsopvolgingscarrousel uitgebannen en geldt de vrijstelling voor verhuurde panden enkel voor de waarde minus de schuld.