Huidige situatie
In de huidige situatie wordt de bpm (voorlopig) vastgesteld bij de kentekenregistratie van een voertuig (deel 1A) en wordt de bpm definitief vastgesteld en betaald op het moment van tenaamstelling (deel 1B). Bij gebruikte voertuigen mag er worden afgeschreven op deze bpm als er veel tijd zit tussen de registratie van het voertuig en de tenaamstelling. Bijvoorbeeld omdat de auto nog een tijd in de showroom staat alvorens te worden verkocht.
Situatie vanaf 1 januari 2022
Vanaf 1 januari 2022 moet de bpm reeds betaald worden bij kentekenregistratie in plaats van bij de tenaamstelling. De bpm moet in de nieuwe situatie dus als het ware voorgefinancierd worden. Overigens mogen zogenaamde artikel 8-vergunninghouders (ondernemers die geregeld auto’s op naam van een ander in het kentekenregister laten inschrijven en daarom de bpm per tijdvak mogen voldoen) de bpm later betalen. Voor hen geldt een verlenging van de betaaltermijn naar 3 maanden.
Daarnaast komt er vanaf 1 januari 2022 een (nieuwe) overgangsregeling voor nieuwe voertuigen in het geval van wijziging van de bpm-tarieven. Als er tussen de kentekenregistratie en de eerste tenaamstelling een bpm-tariefwijziging plaatsvindt, is het oude tarief van toepassing wanneer het voertuig binnen twee maanden na de tariefswijziging te naam gesteld wordt. Bij tenaamstelling buiten die termijn zal het nieuwe bpm-tarief moeten worden gehanteerd. In dat geval zal de Belastingdienst naheffen of de te veel betaalde belasting teruggeven.
Meer informatie
Wilt u meer informatie? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze btw-adviesgroep. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: btwadviesgroep@vanoers.nl.