De onderwijsvrijstelling
In beginsel kan de onderwijsvrijstelling worden toegepast voor wettelijk geregeld onderwijs, algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs, kunstonderwijs, bijlessen/tentamen- of examentrainingen en het afnemen van examens. Ook kunnen diensten die nauw samenhangen met het onderwijs onder deze vrijstelling vallen. Toepassing van de onderwijsvrijstelling heeft tot gevolg dat over de vergoeding voor de (onderwijs)activiteiten geen btw hoeft te worden berekend.
Het inlenen van personeel kan onder voorwaarden onder de onderwijsvrijstelling vallen op het moment dat deze diensten nauw samenhangen met het onderwijs. De staatssecretaris van Financiën heeft de voorwaarden hiervoor benoemd in paragraaf 5 van het besluit ‘Omzetbelasting, ter beschikking stellen van personeel’ van 5 juli 2022.
Samenwerkingsverband passend onderwijs
Scholen zijn wettelijk verplicht om voor alle leerlingen een passende plek in het basis- en voortgezet onderwijs te vinden. Dit wordt ‘passend onderwijs’ genoemd. Dit wordt door scholen georganiseerd in regionale samenwerkingsverbanden. Scholen lenen in dat kader eigen personeel uit aan ‘hun’ regionale samenwerkingsverband waarbij het ingeleende personeel ingezet wordt om passend onderwijs op de scholen te verzorgen en hierbij te ondersteunen.
Toelichting Voorjaarsnota 2022
In een toelichting in de Voorjaarsnota 2022 staat dat sprake zou zijn van een aanscherping van Europese regelgeving, als gevolg waarvan de onderwijsvrijstelling niet meer kon worden toegepast op het moment dat een onderwijsinstelling personeel uitleent aan een samenwerkingsverband passend onderwijs.
Standpunt Belastingdienst
Uit een overleg tussen de Belastingdienst en de onderwijssector is gebleken dat de toelichting in de voorjaarsnota 2022 niet juist is en dat ook geen sprake is van aanscherping van Europese regelgeving, waardoor (onder voorwaarden) de onderwijsvrijstelling kan worden toegepast op de uitleen van personeel van een onderwijsinstelling aan een samenwerkingsverband passend onderwijs.
Ook is in dit overleg de reikwijdte van het begrip ‘onderwijzend personeel’, zoals wordt gehanteerd het besluit uitlening personeel, nader omschreven. Onder ‘onderwijzend personeel’ wordt niet alleen de inzet van leerkrachten verstaan, maar bijvoorbeeld ook het uitlenen van ambulant begeleiders (als voldaan is aan de overige voorwaarden).
Naar aanleiding van dit overleg is door de Belastingdienst een brief opgesteld (met dagtekening 3 april 2024) genaamd ‘Uitlening van personeel door een onderwijsinstelling aan een samenwerkingsverband passend onderwijs’. In deze brief wordt in het bijzonder ingegaan op de toepassing van de onderwijsvrijstelling bij het uitlenen van een directeur, orthopedagoog/psycholoog en ambulant begeleider aan een samenwerkingsverband passend onderwijs.
Relevantie voor de praktijk
Op het uitlenen van personeel is onder de in het besluit ‘ter beschikking stellen van personeel’ genoemde voorwaarden de onderwijsvrijstelling van toepassing. Uit het overleg met de Belastingdienst (en de in dat kader opgestelde brief) blijkt dat als aan de in het besluit opgenomen voorwaarden is voldaan, ook de uitleen van personeel door een onderwijsinstelling aan een samenwerkingsverband passend onderwijs hieronder kan vallen. Daarbij wordt onder ‘onderwijzend personeel’ niet alleen de inzet van leerkrachten verstaan, maar bijvoorbeeld ook het uitlenen van ambulant begeleiders. Op het moment dat als gevolg van de onduidelijkheden door de onderwijsinstelling teveel of te weinig btw is afgedragen, kunnen acties worden ondernomen om dit te corrigeren.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Wilt u weten wat dit voor u betekent? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze btw-adviesgroep. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail:Â btwadviesgroep@vanoers.nl.