Aanschaf-btw
Zo is verduidelijkt dat bij toepassing van het forfait niet meer btw verschuldigd kan zijn, dan de in het betreffende jaar in aftrek gebrachte btw. Daarbij moet gedurende de herzieningsperiode 1/5 deel van de aanschaf-btw worden gerekend tot de in het jaar in aftrek gebrachte btw.
Hogere btw-heffing
Verder is het arrest van de Hoge Raad van 21 april 2017 verwerkt. Op grond van dat arrest mag de ondernemer aannemelijk maken dat het forfait van 2,7 dan wel 1,5% in zijn situatie tot een hogere btw-heffing leidt dan volgens de wettelijke regeling verschuldigd zou zijn. Uit de praktijk blijkt echter dat het nogal lastig is om aan deze bewijslast te voldoen (tenzij er een rittenadministratie voorhanden is).
Eigen bijdrage
Daarnaast zijn de begrippen ‘gemaakte kosten’ en ‘afschrijvingskosten’ verduidelijkt, voor de situaties waarin de ondernemer een eigen bijdrage voor het privégebruik van de auto ontvangt van de werknemer. In dat geval schrijft de wet namelijk voor dat de btw verschuldigd is over (het hoogste van) de normale waarde of de eigen bijdrage. Goedgekeurd is dat de normale waarde zodanig wordt bepaald dat de daarover verschuldigde btw gelijk is aan voornoemde forfaits van 2,7 dan wel 1,5%.
Normale waarde berekenen
Maar hoe moet die normale waarde eigenlijk worden berekend? In het besluit is nu toegelicht dat kan worden uitgegaan van de bij de ondernemer voor die auto gemaakte kosten (waaronder ook de kosten worden begrepen ter zake waarvan geen recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de btw is ontstaan, zoals BPM, MRB, verzekeringskosten en dergelijke) en voor zover die kosten toerekenbaar zijn aan het privégebruik. Tot de kosten moeten ook de bedrijfseconomische afschrijvingskosten worden gerekend.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact met ons op. Onze adviseurs helpen u graag verder.