Voorziening Onderhoud en Componentenmethode
Door gewijzigde regelgeving heeft de onderbouwing van de voorziening onderhoud recent de nodige aandacht gekregen. Bij veel besturen maakte de uitkomst van de berekening volgens de componentenmethode de vorming van een grote voorziening nodig. Het vormen van deze voorziening ging vervolgens ten laste van het eigen vermogen. Voor veel schoolbesturen was dit aanleiding om gedane uitgaven voor groot onderhoud dan maar op de balans te activeren; niet altijd een keuze uit overtuiging.
Te veel vermogen: ook niet goed
Daarnaast zijn er ook veel schoolbesturen die juist worstelen met de vraag of zij niet te veel eigen vermogen hebben en of er wellicht sprake is bovenmatig eigen vermogen. De onderwijsinspectie hanteert hiervoor een signaleringswaarde, die met name gebaseerd is op de omvang van de baten en de materiele vaste activa. In deze benadering wordt de functie van het vermogen gezien als risicobuffer en een instrument voor de financiering van de activa. Door de inspectie wordt echter alleen een bovengrens gesteld: “een startpunt voor een gesprek over de reserves.” Deze benadering doet geen uitspraak over de ondergrens; hoeveel eigen vermogen heeft de stichting nu nodig?
Maximaal kunnen inzetten van middelen
Een goed onderbouwde keuze, kan een einde maken aan terugkerende discussies, bijvoorbeeld over bovenmatig vermogen dat onnodig “op de plank blijft liggen”. Als je weet hoeveel reserves nodig zijn, kun je de rest van de middelen inzetten voor het onderwijs. Daarmee zorgt zorgvuldige vaststelling van dit deel van uw financieel beleid, voor het maximaal beschikbaar zijn van middelen voor het onderwijs. Van Oers kan u hierbij ondersteunen, bijvoorbeeld met het uitvoeren van een risico-inventarisatie of een analyse van de balans en kengetallen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze onderwijs adviseurs.
Algemeen - Contact
Neem contact op met Van Oers
Vul hier uw gegevens in en wij nemen binnen 2 werkdagen contact met u op!



