Meest opvallende wijzigingen
Naast de jaarlijkse aanpassingen op basis van indexatie, zijn de meest uit het oog springende wijzigingen die van de vennootschapsbelasting, overdrachtsbelasting en natuurlijk de nieuwe rekenmethodiek voor de box 3-heffing in de inkomstenbelasting.
Vennootschapsbelasting
In 2022 bedroeg het tarief over de eerste € 395.000 aan belastbare winst 15%. Met ingang van 2023 is die grens verlaagd naar € 200.000 en het tarief verhoogd naar 19%.
Overdrachtsbelasting
Het tarief van de overdrachtsbelasting voor beleggings- en bedrijfspanden en tweede woningen (zoals een vakantiewoning) bedroeg in 2022 8%, maar is per 1 januari 2023 verhoogd naar 10,4%. Alleen voor woningen die u gaat gebruiken als eigen woning en waarvan u dus hoofdbewoner gaat zijn, geldt het verlaagde tarief van 2%.
Inkomstenbelasting
In box 3 worden inkomsten uit sparen en beleggen belast. Naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad is de rekenmethodiek voor het te belasten inkomen aangepast. De peildatum voor de rendementsgrondslag is 1 januari van het kalenderjaar. In het systeem, zoals dat wordt toegepast onder het rechtsherstel en de overbruggingswetgeving, gaat men uit van de werkelijke vermogensmix. Er worden drie categorieën vermogensbestanddelen onderscheiden: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Per categorie wordt wel nog steeds een forfaitair rendement gehanteerd. Over 2023 geldt voor banktegoeden een rendement van 0,01%, voor overige bezittingen is dat 6,17% en voor schulden gaat men uit van een rente van 2,5%.
Meer informatie?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze btw-adviesgroep. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: info@vanoers.nl.
