Betaald ouderschapsverlof
Vanaf 2 augustus 2022 hebben werknemers recht op betaald ouderschapsverlof. Gedurende de periode dat het kind de leeftijd van één jaar nog niet heeft bereikt, hebben ouders die het ouderschapverlof opnemen recht op een uitkering van (ten hoogste) negen maal de arbeidsuur per week. Bij een fulltime dienstverband gaat het hierbij dus om een uitkering van 9 weken. In geval van adoptie gaat het om eenzelfde recht gedurende het eerste jaar na de feitelijke opneming ter adoptie, voor zover het kind de leeftijd van acht jaar nog niet heeft bereikt. De leeftijdsgrens van één jaar geldt daarbij niet.
Het recht op betaald ouderschapsverlof geldt ook voor ouders van kinderen die vóór de ingangsdatum van 2 augustus 2022 geboren zijn, mits het kind op 2 augustus 2022 nog niet de leeftijd van één jaar heeft bereikt en de werknemer nog niet het volledige ouderschapsverlof heeft opgenomen.
Procedure
De werknemer dient het verzoek tot uitkering in bij de werkgever. De uitkering voor het ouderschapsverlof dient na afloop van het verlof te worden aangevraagd door de werkgever. De uitkering wordt uitbetaald binnen zes weken nadat de beschikking is afgegeven waarin het UWV het recht en de hoogte van de uitkering heeft vastgesteld. De aanvraag kan tot drie maanden na het eerste levensjaar, en dus 15 maanden na de dag van de geboorte of de adoptiedatum worden ingediend.
Op grond van de huidige wet hebben werkgevers de mogelijkheid de door de werknemer gewenste invulling van het ouderschapsverlof tot vier weken voor de datum van ingang te wijzigen op grond van een zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang. Hierbij kan worden gedacht aan een werknemer die tijdens ouderschapsverlof onmogelijk vervangen kan worden. In de nieuwe wet wordt hieraan toegevoegd dat zulks er niet toe mag leiden dat de werknemer niet meer in staat is om negen weken ouderschapsverlof op te nemen in het eerste jaar na de geboorte. Kortom, de werknemer zal hoe dan ook het betaalde ouderschapsverlof daadwerkelijk ten volle kunnen benutten, zelfs indien sprake is van een  zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang.
Omdat het ouderschapsverlof en de gewenste invulling daarvan tenminste twee maanden voor de datum van ingang door de werknemer moet zijn aangevraagd bij de werkgever gaat de wetgever ervan uit dat de werkgever voldoende tijd heeft om in dat geval maatregelen te treffen.
Overigens is het voor werkgevers nu ook al lastig een verzoek tot ouderschapsverlof af te wijzen. Rechters oordelen over het algemeen dat als vervanging van een werknemer – al dan niet op korte termijn – niet onmogelijk is, er geen sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen.
Hoogte uitkering
De uitkering die wordt betaald door UWV bedraagt 50% van het dagloon van de werknemer met een maximum van 50% van het maximum dagloon. Dit betekent (tenminste) een halvering van het inkomen. Om te voorkomen dat met name ouders met een lager inkomen om die reden zouden afzien van het verlof heeft de Eerste Kamer een motie ingediend waarin de regering wordt opgeroepen het loondoorbetalingspercentage nog voor inwerkintreding van de Wet doorbetaald ouderschapsverlof te verhogen naar 70%. Het is aan het nieuwe kabinet of ze de motie uitvoeren of niet.
Tot slot
Op dit moment zijn de aanvraagformulieren van UWV nog niet beschikbaar en laat de praktische uitvoering van de wet dus nog op zich laten wachten. Ook houden wij in de gaten of en hoe het nieuwe kabinet de aangenomen motie inzake de hoogte van het loondoorbetalingspercentage oppakt. Wij houden u op de hoogte van eventuele ontwikkelingen.
Hulp nodig?
Bent u nog geen klant bij ons en/of heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met één van onze adviseurs loonbelasting en sociale zekerheid. Zij zijn bereikbaar via 076-5025700 of loonadvies@vanoers.nl.