koffer

Benieuwd naar de verwachtingen van Prinsjesdag 2025? Lees snel verder.

Typ hier uw zoekwoord

Vooruitkijken met vertrouwen naar de toekomst, met Van Oers als betrouwbare partner. In dit artikel worden de verwachte wijzigingen voor Prinsjesdag 2025 met betrekking tot de Inkomstenbelasting besproken. De wijzigingen voor de overige belastingmiddelen zijn te lezen in onze nieuwsartikelen.

Inkomstenbelasting

Box 1

Inflatiecorrecte inkomstenbelasting

In 2026 stijgen de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting minder dan de inflatie. Dit houdt in dat de hogere inflatie met deze aanpassing beperkt wordt gecompenseerd. De belastingschijven en heffingskortingen worden namelijk slechts voor 46,2% aangepast aan de inflatie. Dit leidt tot een hogere relatieve belastingdruk.

Lucratiefbelangregeling

De lucratiefbelangregeling is ingevoerd om vermogensbestanddelen te belasten waarmee volgens de wetgever een hoog rendement kan worden gerealiseerd, terwijl de inleg beperkt is. Gezocht wordt naar een alternatief dan wel aanpassing voor deze regeling. De voordelen die worden behaald door private-equitymanagers zullen daarbij zwaarder belast worden in box 2. Op 3 juli 2025 heeft de Tweede Kamer de motie van Idsinga c.s. aangenomen, waarin opgeroepen wordt de belastingheffing in box 2 over genoemde voordelen te verhogen. Als voorbeeld wordt een verhoging van het effectief belastingtarief naar 36% gegeven. Mogelijk zal de aanpassing van de regeling per 1 januari 2026 ingaan. Een gepubliceerd alternatief is nog de voordelen uit lucratief belang als resultaat uit overige werkzaamheden of als loon in box 1 te belasten in plaats van belastingheffing in box 2.

Zelfstandigenaftrek

Sinds 2021 vindt stapsgewijs afbouw van de zelfstandigenaftrek plaats. Uiteindelijk wordt de aftrek in 2027 teruggebracht tot € 900. De zelfstandigenaftrek zal per 1 januari 2026 €1.200 bedragen. De extra zelfstandigenaftrek voor starters ter hoogte van € 2.123 blijft. Met ingang van 2028 moet het onderscheid tussen verschillende soorten giften in de inkomstenbelasting verdwijnen.

Belastbaarheid lijfrente-uitkeringen

Vanaf 2026 wordt met terugwerkende kracht een maatregel ingevoerd die lijfrentes die niet meer aan de voorwaarden voor onbelaste uitkering voldoen, in de belastingheffing betrekt. De uitkeringen worden in dat geval namelijk gezien als belastbaar inkomen in box 1. De maatregel geldt al over betalingen die gedaan zijn vanaf 25 april 2025.

Box 2

Bedrijfsopvolgingsregeling inkomstenbelasting

In 2024 en 2025 zijn al een aantal wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregeling in de inkomstenbelasting aangekondigd. Een deel van deze wijzigingen zijn ingegaan op 1 januari 2024 respectievelijk op 1 januari 2025. Daarnaast is op 19 april 2025 de internetconsultatie aanpassingen bedrijfsopvolging gestart. De aanpassingen in de doorschuifregeling per 1 januari 2026 zullen hieronder puntsgewijs opgenomen worden:

  • DSR alleen voor reguliere 5% aandelenbelangen en aanpassing definitie preferente aandelen. Per 1 januari 2026 wordt de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de inkomstenbelasting beperkt tot, al dan niet tezamen met de partner, gehouden reguliere aandelenbelangen van minimaal 5%. Preferente aandelen en opties worden uitgesloten, met uitzondering van een gefaseerde bedrijfsopvolging. Niet geheel duidelijk is nog wat onder preferente aandelen moet worden verstaan. Vanaf 2026 wordt daarom een definitie in de wet opgenomen. Onder preferente aandelen worden kort gezegd aandelen verstaan met voorrang op de winsterverdeling of liquidatieopbrengsten. Aandelen die zowel kenmerken van gewone als preferente aandelen hebben, worden voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de inkomstenbelasting voor een deel aangemerkt als preferente aandelen en voor een deel als niet-preferente aandelen.
  • Verruiming verwateringsregeling. De verwateringsregeling houdt in dat de bedrijfsopvolgingsregeling in de inkomstenbelasting ook kan worden toegepast bij een indirect belang dat als gevolg van vererving, schenking of overgang krachtens huwelijksvermogensrecht is verwaterd tot minder dan 5% maar tot ten minste 0,5% van het geplaatst kapitaal. Het vereiste minimumbelang van 0,5% vervalt voor gevallen waarin de verkrijger een bloed- of aanverwant in de neergaande lijn is, het gaat dan bijvoorbeeld om kinderen en kleinkinderen.

Box 3

Heffingsvrij vermogen

Het heffingsvrije vermogen in box 3 wordt per 1 januari 2026 verlaagd naar € 51.396. Voor fiscale partners is dit een gezamenlijke vrijstelling van € 102.792. In 2025 is het heffingsvrije vermogen nog € 57.684, voor fiscale partners dus € 115.368.

Forfait overige bezittingen

In 2026 wordt het forfaitair rendement voor overige bezittingen in box 3 verhoogd, namelijk naar 7,78%. In 2025 is dit nog 5,88%.

Leegwaarderatio

De leegwaarderatio is een van de huurprijs afhankelijke factor voor het berekenen van de waarde van een geheel of gedeeltelijk verhuurde woning. Het geeft recht op verlaging van de WOZ-waarde voor verhuurde woningen in box 3.
De huidige tabel van de leegwaarderatio is op basis van het onderzoek van SEO Economisch Onderzoek geactualiseerd per 2023. De leegwaarderatio in box 3 van de inkomstenbelasting wordt per 2026 weer geactualiseerd. De resultaten van het benodigd onderzoek moeten voorafgaand aan het Belastingplan 2026 worden gedeeld. Als gevolg van een in te voeren maatregel kan bij een onzakelijke verhuur tussen gelieerde partijen, zoals verhuur aan een kind, partner of eigen onderneming, de leegwaarderatio niet meer worden toegepast.

Ymke Workum - Vink
Manager Vaktechniek
Ymke Workum - Vink
Nu delen:

Oeps! We konden je formulier niet vinden.

Ymke Workum - Vink
Ymke Workum - Vink | Manager Vaktechniek
Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?
Neem contact op met onze specialisten via onderstaand telefoonnummer of e-mailadres. Zij helpen u graag verder!